Mee dankzij het katholieke sociale denken is er een kritisch referentiekader[1] om vanuit bepaalde waarden en normen te zoeken en te werken aan rechtvaardigheid en vrede én de zorg om de schepping. Het decennialang opgebouwde sociale gedachtengoed van de kerk biedt een quasi onuitputtelijke rijkdom aan referenties voor het vredeswerk.

In het bijzonder op het vlak van de vier voornaamste (internationale) aandachtspunten: vrede/veiligheid, mensenrechten, ontwikkeling en klimaat. In het bredere politieke kader zijn aanvullend het internationale recht en vooral het internationale humanitaire recht van toepassing.

Menselijke waardigheid

Dit katholieke sociale denken van het vredeswerk vertrekt vanuit de waardigheid van elke persoon. Ieder mens is uniek. Daarbij is die mens geroepen tot een leven in solidariteit. Solidariteit betekent primair het nemen van medeverantwoordelijkheid voor de menselijke waardigheid van elke mens, ongeacht zijn identiteit en zgn. sociale status. Katholiek sociaal denken is in principe universeel van aard. En dus zullen mondiale problemen, zeker in deze geglobaliseerde tijd, om mondiale antwoorden vragen.

Dienen van het algemeen welzijn

Leven in solidariteit betekent samen streven naar het gemeenschappelijk goede of het ‘bonum commune’. De samenleving moet zich ontwikkelen in harmonie met ieder mens en zijn omgeving, en dat tot ieders tevredenheid. Solidariteit zet aan tot concreet handelen. Van woorden naar daden. Dit betekent dat ieder mens het waard is geholpen te worden in het bijzonder in oorlog of andere noodsituaties zoals mensen op de vlucht.

Je leeft als mens – per definitie ‘onvermijdelijk’ – in gemeenschap met anderen, zowel plaatselijk als wereldwijd. De samenleving is van iedereen en dus leeft de mens participatief. Het sociale weefsel waarin de mens leeft, heeft zowel plaatselijke als internationale kenmerken. Dat sociale weefsel zou moeten zijn of is de voedingsbodem voor leven in vrede en harmonie met medemens en omgeving.

Optie voor de armen en zwakken

Als persoon is de mens onderdeel van verscheidene sociale netwerken: familie, opvoeding, cultuur, godsdienst, beroep, enz. De (mede)verantwoordelijkheid voor het maatschappelijk leven ligt op de eerste plaats bij de mens zelf.

Dit denken vraagt om regelmatige keuzes te maken. Dat leidt ertoe dat er voorrang moet gegeven worden aan de zwaksten en armsten én tegelijkertijd voor herverdeling van de rijkdom. De kwetsbaren moeten opgevangen worden in een sociaal vangnet. In vrijheid leven kan immers niet zonder enige sociale bescherming.

Bij globalisering treedt ook vaak ongelijkheid op tussen landen én samenlevingen. Grootschalige ongelijkheden tussen mensen onderling en tussen volkeren zullen moeten weggewerkt worden. We moeten zowel de aarde als haar samenleving zoveel als mogelijk op een verantwoorde wijze opbouwen. De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties[2] zijn hiervoor eveneens een referentiekader.

Minstens twee kerkelijke documenten zijn hier het vermelden waard. Vooreerst is er Pacem in Terris of Vrede op aarde, uit 1963. Deze encycliek is in wezen het Magna Carta van de wereldwijde christelijke vredesbeweging. Een geordende samenleving kan in vrede leven door vier kernbegrippen te respecteren en te realiseren/na te streven: waarheid, rechtvaardigheid, liefde en vrijheid. De rol van een internationale wereldorde, in dit geval georganiseerd of gewaarborgd door de Verenigde Naties, is van groot belang in het voorkomen, beheersen en beslechten van (gewapende) conflicten. De toenemende dreiging met massavernietigingswapens bijvoorbeeld kan niet tot in de eeuwigheid blijven duren. Een atoomoorlog betekent automatisch een collectieve zelfmoord.

De encycliek Populorum Progressio of de Vooruitgang van de volkeren uit 1967 gaf een sterke impuls aan het belang van ontwikkelingssamenwerking. Ontwikkeling werd de nieuwe naam voor vrede. Sociale gerechtigheid heeft internationale dimensies. Het is geen vrijblijvende opdracht om te blijven strijden voor een rechtvaardige volkerengemeenschap. Ontwikkeling en rechtvaardigheid zijn basisvoorwaarden voor volkeren om in vrede te leven. Het sociale vraagstuk is een internationaal probleem.

Bruggen bouwen

Christenen zijn bruggenbouwers door dialoog en contacten open te houden en door inclusief te werken: iedere mens is deel van de samenleving. De dialoog is gericht op het bevorderen van rechtvaardigheid, vrede, broederschap en de menselijke waardigheid. Juist in tijden van spanningen en conflicten zijn openheid en dialoog met de anderen een bijdrage aan een betere samenleving. Luisteren naar de ander is een voorwaarde om verdere stappen naar de ander te kunnen zetten. Luisteren naar de andere mens gaat gepaard met nederigheid en betekent ook zich laten bevragen. De ene mens is niet meer waard dan de andere, mensen zijn evenwaardig.

Putten uit spirituele wortels

Christenen dienen elkaar voortdurend te inspireren, bezielen en aanmoedigen om de waardigheid van de mens te waarborgen, zowel in zijn groei als mens, als in zijn lijden en sterven. De wederzijdse liefde zal de cultuur zijn van de beschaving.

Dat vraagt om voortdurende voeding en herbronning, zinzoeken en zingeven, ook vanuit de Bijbelse traditie. Vanuit het evangelie wordt ons gevraagd om de tekenen van de tijd regelmatig te toetsen en te duiden. Wat gebeurt er momenteel in de wereld en wat is de diepere betekenis daarvan? Steeds opnieuw de vraag durven stellen: hoe ziet onze maatschappij er de dag van vandaag uit en wat moet of kan er gedaan worden om de mens binnen die maatschappij meer en beter mens te maken, samen met alle anderen.

De niet-aflatende inzet van mensen om samen te leven met anderen en een waarachtige samenleving te vormen betekent dat het goede leven van de ene ook bijdraagt aan het goede leven van de ander. Hulp van mens tot mens is daarbij essentieel. Het gaat o.m. om de zorg, welzijn, naastenliefde, compassie, solidariteit en hulpverlening naar mekaar toe.

Soms gaat het verder en heeft de mens de plicht om een mens in nood te helpen, ook de ‘vreemde mens’ in nood. Dat resulteert dan vaak in dilemma’s: waar liggen de grenzen van de menselijke of individuele verantwoordelijkheid en waar begint de verantwoordelijkheid van de overheid? Dilemma’s zijn niet negatief of bedreigend, integendeel, ze maken het leven boeiend.

Verzoening is ons kernbegrip

Gebroken of verbroken relaties herstellen is een kernopdracht van de christelijke vredesbeweging. Het verzoeningswerk moet gebeuren op alle niveaus: individueel, in eigen familie en samenleving, en zeker en vast ook tussen bevolkingsgroepen, naties en godsdiensten. Verzoening is pas mogelijk als partijen schuld bekennen (zich ook schamen om voorbije fouten) en vragen om en krijgen van vergeving. Onrecht blijft onrecht en dat zullen we (moeten) benoemen. Schuld moeten we erkennen en bekennen. Ieders waardigheid zullen we respecteren en teruggeven. Het komt aan op bereidheid om opnieuw te beginnen. De verzoeningsbereidheid is een keerpunt.

Zich inleven in de pijn, het verdriet en eventuele fouten van de ander vraagt om de nodige empathie. Dat is een wederzijds proces. Verzoening is niet mogelijk zonder zich eerst ingeleefd te hebben in de ander. In tijden van crisis is het ook een kwestie van te leren van en te leven met veranderingen. Verandering wordt voornamelijk gegeneerd door en in technologie.

Vredeswerk heeft publieke ruimte nodig

De functie van het vredeswerk en de rol van het maatschappelijk middenveld is in een open democratie van essentieel belang. Elke burger heeft eigenlijk het recht –  of zelfs de plicht – om kritische vragen te stellen, om zo constructief bij te dragen aan het verbeteren van de samenleving. Daarom vraagt de burger ook aan de politieke gemeenschap om de menselijke waardigheid te beschermen door het bevorderen van de mensenrechten. Een open of authentieke democratie vertrekt vanuit de waardigheid van de mens, respect voor de mensenrechten en betrokkenheid op het algemeen welzijn. Het is de plicht om als mens, maar vooral als politieke gemeenschap de medemens te beschermen en vooral om onheil, ongelukken of conflicten te voorkomen.

Leven in de waarheid is essentieel voor een authentieke democratie. Vandaar ook het belang van een vrije pers en meningsuiting om tot een zekere waarheidsvinding te komen en op basis daarvan goede besluiten te nemen.

Uiteindelijk moet de mens namelijk in al zijn handelen trouw zijn geweten volgen. Dat betekent dat geen enkele mens gedwongen kan worden om tegen zijn geweten in te handelen, vooral niet in godsdienstige aangelegenheden. Maar ook op vlak van oorlog en vrede moet er ruimte zijn voor gewetensbezwaren. We zullen dus permanent ons geweten moeten blijven vormen. Mensen moeten altijd de vrijheid houden om te twijfelen, om er nog eens over na te denken, om andere meningen aan te horen of een nieuwe weg te zoeken.

Leven in een gemeenschappelijk huis

Mensen maken fundamenteel deel uit van de aarde – de schepping – als het ‘gemeenschappelijk huis’ waarin alle schepselen een plaats hebben. Ecologische vraagstukken zoals verontreinigde rivieren en oceanen, luchtvervuiling of de opwarming van de aarde spelen steeds meer op internationaal en politiek niveau. Klimaatverandering is nu het belangrijkste internationale thema. Deze vraagstukken raken aan de directe leefomstandigheden van de mens en hebben betrekking op o.m. menselijke werkomstandigheden, eerlijke lonen, het werken met schone verfstoffen en niet giftige bestrijdingsmiddelen.

De hunker van de mens naar steeds meer consumptiegoederen is de onderliggende bron van deze spirituele crisis. De boodschap is dus van zorgzaam om te gaan met de bronnen van de aarde. Het is een kwestie van het genieten van het genoeg. Een mogelijk achtste werk van barmhartigheid[3] is dan de zorg voor het klimaat, het behoeden van ons gemeenschappelijk huis, de aarde.

De meeste mensen neigen ertoe te denken dat ze het middelpunt van de wereld zijn en dat hun cultuur de hoeksteen van de menselijke geschiedenis is. Hierbij aansluitend kunnen we stellen dat we leven in een ‘identiteitsmoment’, d.w.z. het eigen ‘ik’ in al z’n gedaanten zoals cultuur, huidskleur, taal en levensbeschouwing komen eerst. Velen hebben alleen oog voor hun eigen vrijheid! Het is moeilijk om het omgekeerde te doen: eerst te kiezen voor de ander en dan mijzelf!

Emoties domineren ons persoonlijk leven maar ook de geopolitiek. Bij het woord ‘emoties’ denken we voornamelijk aan mededogen, liefde en empathie. Maar bij een conflict en vooral in een oorlogstijd krijgen emoties een andere inhoud: terreur, angst, haat en wreedheid. Godsdiensten, of beter de mensen die een godsdienst belijden, laten zich hierbij vaak manipuleren. Laat ons in dezen duidelijk zijn: er bestaat geen heilige oorlog. Alleen de vrede is heilig. Geen enkele oorlog, geen enkel geweld in de naam van God is gerechtvaardigd. God dient geen natie. God staat boven elke natie of bevolkingsgroep. Vrede is de ultieme droom van elke mens. Vrede is de ultieme droom van God voor alle mensen.

Aan vrede werken is taak van ieder mens

In ons vredeswerk spreken wij niet alleen katholieken aan, maar ook de christenen van andere denominaties. Oecumene en oecumenische samenwerking betekent: samen de wereld dienen. Wij spreken ook gelovigen aan van de andere godsdiensten en levensbeschouwingen. Werken aan vrede is onze gemeenschappelijke opdracht.

Vredesopbouw is niet alleen iets voor en van ‘vakmensen’. Werken aan vrede is ieders verantwoordelijkheid. Ieder mens is geroepen tot vrede. Daarom spreken wij ‘alle mensen van goede wil’ aan om samen te werken. Het gemeenschappelijk kader is de noodzaak te leven in vrede en gerechtigheid. Ieder mens en iedere bevolking heeft het recht op vrede en veiligheid. De zekerheid, overtuiging is dat ik mij pas veilig en wel voel wanneer dat hetzelfde gevoel is bij de ander. Het christelijke vredeswerk biedt een platform aan waarbij mensen elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen praten en vooral daardoor mogelijke onenigheden uit de weg te ruimen.

Mensen samenbrengen is een deugd. Een goede samenleving kent immers een vruchtbare spanning, tussen ruimte voor het verschil en het zoeken naar de gemene deler. De politieke gemeenschap staat dus ten dienste van de mensengemeenschap. Dat vraagt om sociaal pluralisme, zodat diversiteit van het algemeen goed tot zijn recht kan komen.

De vredessector zal nog lang niet alleen vele vakmensen nodig hebben maar ook velen die blijven leven vanuit de noodzakelijke verontwaardiging om zinzoekend en zingevend in het leven te staan

[1] In deze reflectie verwijs ik niet direct naar de vele kerkelijke documenten die hierbij van toepassing zijn.

[2] https://unric.org/nl/sdg-in-nederlands

[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeven_werken_van_barmhartigheid